Bij een kleuter is het verschil tussen fantasie en werkelijkheid, nog niet zo goed ontwikkelt. Dat komt omdat voor een kleuter de wereld erg ingewikkeld is.
Een kleuter denkt concreet.
Als we zeggen dat een kleuter concreet denkt, bedoelen we eigenlijk: een kleuter denkt na over datgene waar hij mee bezig is. Dat weet je als moeder ook wel, je ziet je kind regelmatig helemaal op gaan in zijn haar spel. Wij volwassenen kunnen later weer mind-full cursussen gaan doen, om onszelf te leren op een ding te focussen, je kleuter doet het gewoon. Ondertussen, let maar eens op, zie je in dat spel dat het verschil tussen fantasie en werkelijkheid heel klein is.
De wereld om je kleuter is behoorlijk ingewikkeld.
En laten we even helder zijn, wij vinden zelf de wereld ook behoorlijk ingewikkeld. Het verschil tussen ons en de kleuter is, dat wij wat we niet begrijpen kunnen opzoeken: ergens op internet, we kunnen er een boek over lezen…
Je kleuter kan dat niet en lost het probleem anders op. Hij verzint zelf een reden. Die redenen zijn natuurlijk niet direct wat je noemt wetenschappelijk, sterker nog: die zijn pure fantasie. Voor jou dan, begrijp me goed, voor je kleuter is zijn stelling dat een auto gevaarlijk is omdat hij rood is, volkomen logisch. Zie je hoe voor je kleuter er gewoon geen verschil tussen fantasie en werkelijkheid is?
Het nut van fantasie
Je zegt vast wel eens: “die van mij wordt later schrijver, die heeft zoveel fantasie”. En wat kunnen schrijvers als geen ander? In de huid van een ander mens kruipen, een andere wereld bedenken!
Maar dat werkt ook omgekeerd. Al fantaserend, gaan kleuters steeds beter de wereld om zich heen begrijpen, ze leren verbanden leggen, associaties te maken. Kleuters zitten nog niet “vast” aan hun overtuigingen (zoals zoveel volwassenen) ze ruilen hun ideeën gemakkelijk in voor een ander idee.
Hoe ga je om met een kleuter die het verschil tussen
fantasie en werkelijkheid nog niet doorheeft?
Uit de bovenstaande alinea, heb je misschien de conclusie getrokken, dat je je kleuter alleen maar hoeft uit te leggen, dat zijn idee niet klopt. Dat je zijn idee makkelijk kan vervangen met een ander, realistischer beeld. En daar zit je fout.
Een kleuter heeft deze periode nodig en tegen dat hij zes jaar is, is deze fase voorbij.
Wat jij moet doen als ouder, is deze fase serieus nemen. Mee-veren in het verschil tussen fantasie en werkelijkheid noem ik dat.
Zitten er slangen onder het bed? Jaag ze weg ! Ziet je kind een lammetje uit een ei kruipen? Zeg gewoon: wat leuk zeg!
Je kleuter leert vanzelf het verschil tussen fantasie en werkelijkheid
en tot die tijd, heeft hij zijn fantasiewereld heel hard nodig. Want de wereld
is ingewikkeld….