over verjaarsfeestjes en vreten
Verjaardagsfeestjes worden bij ons vooral gewaardeerd om de hoeveelheid taart en snacks. Het idee van samenzijn om wat bij te praten of leuke anekdotes op te halen is niet aan mijn gezin besteed. Als jij dat wil, best. Maar daar komen de jongens natuurlijk niet voor.
Vreten als uitgehongerde spreeuwen
Vanaf dat de voordeur opengaat: als uitgehongerde spreeuwen, recht op het voedsel af. En dat zonder beleefde omtrekkende bewegingen. Ik probeer daar weleens wat aan te doen, door de jongens voor vertrek een paar boterhammen met kaas te laten eten. En ze te drillen alle leden van de ontvangende partij te feliciteren. Dat laatste flitsen ze in een paar seconden voor elkaar (‘tuurlijk, doen we!’). Verder levert het niet veel verschil op in hun gedrag.
Het gaat om veel en vet en suiker, calorieën. Feest = vreten, vreten = feest, zoiets. Een enkele keer komen ze wat bedrogen uit. Door van die verantwoorde ouders die de tafel vol zetten met gezonde snacks, schalen couscous en vegetarische quiches. Of vol taarten (feestelijke aanblik!) die helemaal zonder suiker blijken te zijn gebrouwen. En mogelijk ook nog zonder vet. Dat blijkt allemaal pas als ze een groot stuk op hun bordje hebben.
Ik zie dan die maskerachtige gezichten die ze in de plooi proberen te houden. Vooral die taarten (‘taarten die geen taarten zijn’) zijn de jongens een doorn in het oog. Een feestje van een jaar geleden wordt nog steeds opgerakeld. Daar was van alles inderdaad wel erg flauw en suikerloos. (Ook de volwassenen, maar dat zagen de jongens nog niet eens.) Het ergst was ‘die chocoladetaart, zonder chocola’. ‘Die hebben ze alleen maar chocoladetaart genoemd, omdat ‘ie bruin is.
Banenbrood van de schillen van bananen
’ Een leuke tweede was het bananenbrood. ‘Die was gemaakt van de schillen van bananen.’ ‘Kan niet’ bracht ik daar nog zwakjes tegenin. ‘Jawel. Die schil zat er in stukjes door. En dat was het beste deel. Verder smaakte het naar vies.’ De karaffen water met ‘gekneusde groente’ en een blaadje verse munt erin en een grote thee thermos met gember werd vol verbijstering gadegeslagen. Afschuw. Alsof de gastvrouw rottend water schonk, vers geschept uit de Ganges, met haar halfverbrande lijken. Dat ze met ‘honger’ thuiskwamen was ook een belediging van de eerste orde.
Dat feestje van een jaar geleden is eind van de dag weer. Zo glazig als die jongens normaal zijn, zo kwiek en vief zijn ze nu. Een ezel stoot zich in het algemeen geen tweemaal aan dezelfde steen. De jongste en de middelste zijn uren zoet geweest met het maken van een sachertorte. Daar hebben ze ook nog schaterlachend een centimeters dikke laag gesmolten chocola over heen gegoten. ‘Als we dit op hebben, gaan we straks wel mee. Dan is het niet zo erg, zo’n nepfeest.’ De oudste staat voor vertrek heel gebroederlijk tosti’s voor hen alledrie te maken. Is zo’n feestje toch nog ergens goed voor, want normaal zou hij vooral zichzelf cateren. Maar het gaat dan ook om een crisissituatie.
lees ook van Willemien Fortnight