De schoenenpoetser uit sucre
De schoenenpoetser op plaza 25 mayo
Bolivia
Bolivia is ongeveer 25 keer zo groot als Nederland, maar telt “slechts” 10 miljoen inwoners. Het is één van de armste landen van Zuid-Amerika. In dit prachtige land ligt op een hoogte van bijna 3000 meter de stad Sucre. Overal zie je witte gebouwen, opgetrokken uit kalksteen en aan de sierlijke gevels is te zien dat dit eens een welvarende stad was. Niet zo verwonderlijk aangezien de grond in de omgeving goed voorzien was van mineralen als zilver en goud.
Maar wanneer je de rust neemt een middag op een bankje te gaan zitten, zie je al snel meer dan alleen deze prachtige buitenkant. Armoede is overal, ook al zijn de contrasten groot. Een stad om je in allerlei opzichten rijk en bevoorrecht te voelen en tegelijk ontzettend nietig en klein.
Op het centrale plein van Sucre, dat de naam `Plaza 25 Mayo` draagt, heb ik een plaats weten te vinden op een bankje in de schaduw. In de volle zon is het zo´n 35 graden en op deze hoogte voelt dat warmer aan dan we in Nederland gewend zijn. Op de Plaza is altijd wat te beleven: een band die zijn muziek laat horen maar waarvan de muziek zó hard staat dat je niet anders kunt dan je oren afdekken. Een voor Zuid-Amerika vrijwel unieke SOA-campagne. Of een vrouw die ballonnen in de vormen van zwaarden en bloemen verkoopt. En een verdwaalde toerist die op zijn gitaar zit te pingelen, een praatje met een lokale bewoner en niet te vergeten: de schoenenpoetsers.
Schoenenpoetsers op Plaza 25 mayo
Wie zich de rust gunt om op een bankje aan “Plaza 25 Mayo” te gaan zitten, wordt gegarandeerd aangesproken door de schoenenpoetsers die hier ronddwalen. Wanneer ik er een paar minuten zit, word ik met een gebrekkig Engels accent aangesproken.
Ik kijk op van mijn boek en zie een jongen van niet meer dan 10 jaar voor me staan. Hij kijkt me vragend aan en gebaart naar mijn in teenslippers gestoken voeten. Met een glimlach zeg ik in mijn beste Spaans dat poetsen niet nodig is met deze schoenen. Toch probeert hij zijn poetskunsten te verkopen en komt naast me zitten. Dit jongetje kent precies genoeg Engelse woorden om indruk op me te maken en ik ken precies genoeg Spaans om aan hem uit te leggen dat ik uit Europa kom. Bingo! Of ik euro’s voor hem heb. Helaas niet. Hij laat me niet gaan voor ik hem beloofd heb in mijn hostel mijn euro’s te zoeken en de volgende dag terug zal komen naar de Plaza. Nee zeggen is onmogelijk.
Geen euro’s
En dus duik ik die avond tussen mijn spullen, maar na drie maanden reizen zou ik niet weten waar ik eventuele euro’s weg heb gestoken.
Ook de volgende dag ben ik voor mijn dagelijkse rustmoment te vinden op de Plaza. Binnen vijf minuten staat dezelfde schoenenpoetser voor me en vraagt naar mijn euro’s. Ik moet hem wederom teleurstellen. Gelukkig biedt zijn vriendje, die ook schoenenpoetser is, afleiding en is hij de euro’s snel vergeten. Een jochie van acht en een jochie van elf jaar oud, met de schoenpoetsvegen op hun gezicht. Gekleed in oude vodden en rubberen sandalen gemaakt van autobanden, leggen me uit dat de jongste een rugzak nodig heeft.
Een rugzak kost hier zo’n 40 bolivianos, wat neerkomt op ongeveer €4. De jongste van de twee is zijn rugzak vergeten terwijl hij schoenen aan het poetsen was. Nu heeft hij een nieuwe nodig om naar school te gaan en sprokkelt zijn geld bij elkaar als schoenenpoetser .
Ik vermoed dat dit niet de enige reden is waarom hij schoenen aan het poetsen is. Wanneer even later een reisgenoot zich bij me voegt, weten ze ook haar te imponeren met de enkele Engelse woorden die ze kennen. Maar je ziet de jongste ook denken, in zijn hoofd ratelt het. Een slimme berekening wordt snel uit de doeken gedaan. Hij heeft tot nu toe 4 bolivianos opgehaald met het poetsen. Wanneer hij nog drie paar schoenen kan poetsen, heeft hij nog slechts 30 bolivianos nodig. Met een glimlach op zijn gezicht legt hij ons voor dat wij dan ieder 15 bolivianos aan hem kunnen geven. En dat hij een nieuwe rugzak kan kopen. Leergierig en gewillig laat hij zich de Engelse woorden voor de getallen aanleren.
Even een andere blik op de schoenenpoetser
Vol ontzag kijk ik deze jongen aan. Een straatjongen die de kost verdient met schoenenpoetsen, waardoor je hem niet al te hoog in zou inschatten, maar die toch erg verrassend uit de hoek komt. Boos dat ik me zo laat leiden door vooroordelen, besluit ik deze jongen geen geld te geven voor een nieuwe rugzak. Wanneer ik daar aan begin is het einde zoek en hangen over vijf minuten alle schoenenpoetsers aan mijn rok. Wel besluit ik deze jongens mee te nemen om wat eten te gaan halen. Maar wanneer de kerkklok zeven uur slaat, krijg ik de kans niet dit tegen hen te zeggen. Ze kijken verbaasd op, alsof ze de tijd vergeten waren en roepen nog net over hun schouder dat het werk er voor vandaag op zit en ze naar huis gaan. Met hun houten kistjes met schoensmeer, een lapje stof en een borsteltje erin, hoop ik dat ze op weg gaan naar een warm welkom thuis en een bord eten dat hen staat op te wachten.
Tegenstellingen
Een uur later lopen hooggehakte tienermeisjes in feestjurken met een dikke laag make-up en een sierlijk kapsel het plein op. Giechelend wachten ze op de limousine waar ze even later in verdwijnen om vervolgens hun bovenlichamen door het dakraam naar buiten te steken en zich herhaaldelijk door de stad en langs de Plaza laten rijden. De tegenstellingen zijn pijnlijk groot in Sucre. Als ik even later naar mijn hostel loop, geef ik een broodje uit mijn tas aan een oude, bedelende vrouw. Dat is dan toch het minste dat ik nog kan doen.
ILSE
Lees ook: Ontmoeting in Oeganda
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!