Moederen, dat is een “vak” apart. En laat een ding duidelijk zijn: je kan het niet alleen…
Mijn favoriete gezegde is: it takes a village to raise a child.
Voor mij zegt dat: je hebt elkaar nodig. We moeten op elkaar en vooral elkaars kinderen passen!
Niet alleen of ze geen gevaar lopen, maar ook om ze waarden en normen bij te brengen.
En als je nu eens goed om je heen kijkt, dan zie je voortdurend hoe het “dorp” zich om het kind bekommert. Met de meest grote vanzelfsprekendheid, grijp je een loslopende onbekende peuter in de kraag, die bezig is zich op de snelweg te storten. Met dezelfde vanzelfsprekendheid, zak je door je knieën wanneer je een huilende dreumes ziet en vraag je: “Wat is er?”
Wat waarden en normen betreft: wanneer jij grote kinderen een kleiner kind ziet pesten, dan grijp je in. Zonder nadenken, ga jij moederen.
Maar het “dorp” is vele malen groter dan de toevallige passanten. In het dorp wonen ook je familieleden. Vader, moeder, broers, zussen, neven, nichten: noem het maar op.
En bovendien wonen daar je vrienden en vriendinnen. En die groep heb je nog veel harder nodig om een kind op te voeden.
Moederen heeft anderen nodig.
Wanneer je bv een moeder zonder moeder bent dan mis je voorbeelden of steun. Wanneer je enig kind was in een gezin zonder veel neven en nichten, dan moet je helemaal wennen aan baby’s (ik ken iemand die thuisgekomen uit het ziekenhuis de boreling niet uit de maxicosy durfde te halen: het kind kon breken! Het was zo klein en teer!)
Geen moeder kan zonder een vangnet van vertrouwelingen, al dan niet familie, waar je aan kan kloppen. Om raad en steun. Of het nu gaat om een koortsige dreumes of een puber die de tent afbreekt… Je hebt vertrouwelingen nodig, die zeggen: probeer eens dit, probeer eens dat.
Mensen die je durven zeggen: dit niet doen, dat wel. En die bovenal je niet volkomen gestoord vinden omdat je je zorgen maakt.
Want moederen kan je niet alleen.