Kinderen leren samen spelen in 5 stappen

Ga nu eens lief samen spelen, roep je als moeder  wel eens wanhopig. Maar samen spelen moet een kind leren!
En dat gaat in stappen.

Kinderen tot een jaar of 3-4 spelen het liefst alleen en vinden het maar moeilijk hun speelgoed te delen met leeftijdsgenootjes. Zelfs als ouder kun je tegenstribbelen verwachten wanneer je het favoriete speelgoed van je kleine oppakt. Het leren samen spelen kan een enorme klus zijn en ieder kind leert het in een ander tempo, maar door er vanaf een jonge leeftijd bewust mee bezig te zijn, kan het proces een stúk soepeler verlopen.

Baby’s en peuter kunnen nog niet goed samen spelen

Baby’s en peuters tot een jaar of twee zijn helemaal op zichzelf gericht, het spelen gaat compleet om de beleving en werkelijk alles vinden ze  interessant om vast te houden, weg te gooien of op te sabbelen. Dit is erg belangrijk voor de ontwikkelen van de zintuigen en de motoriek. De interesse in andere kinderen begint dan meestal rond het tweede jaar. Het is vanaf dat moment enorm interessant te zien hoe het leeftijdsgenootje aan het spelen is, maar de beweging om samen te gaan spelen is er nog niet. Dit is vaak enkel een observatie in de trant van “kan ik dat speelgoed ook hebben” of “kan ik hetzelfde spelen”.

Vanaf 4 jaar

Pas vanaf een jaar of 4 gaan kinderen het samen spelen begrijpen en leuk vinden. Toch is er veel wat je kunt doen om het samenspel al vanaf het begin te verwerken bij het spelen. Wij hebben 5 tips op een rijtje gezet hoe je dit het beste kunt aanpakken.

1. Samen spelen met je kind

Als vertrouwde ouder ben jij de beste kandidaat voor het eerste samenspel. Kies bij het samen spelen voor spelletjes die een einddoel hebben waar jullie samen naartoe werken. Hierbij kun je denken aan puzzels, het spelen met bijvoorbeeld een activiteitentafel of het bouwen van blokken of stapelbekers. Vooral deze laatste zijn geschikt vanaf een jonge leeftijd en komen in allerlei soorten. Neem bijvoorbeeld een kijkje op de vergelijkingssite voor een grootte verscheidenheid aan stapelblokken.

2. Kinderen die vragen… worden beloond

Terwijl jij met je kleine aan het spelen bent, leer het dan te vragen naar het speelgoed dat jij op dat moment in de handen hebt. Zo leren ze dat ze niet zomaar kunnen verwachten dat ze alles kunnen krijgen. Het is hierbij ook belangrijk dat ze eens ‘nee’ horen.

3. Leer je kind geduldig te zijn

Peuters zijn vaak ongeduldig en snappen niet dat wanneer ze even wachten, ze net zo goed met het speelgoed kunnen spelen, waarmee tot op dat moment iemand anders aan het spelen was. Leer je kind dus al vroeg dat het eventjes moet wachten totdat jij bent “uitgespeeld”. In het begin houd je deze wachttijd kort en langzaam kun je gaan verlengen.

4. Stimuleer het samenspel met andere kinderen

De interesse in andere kinderen is er wel, maar het samen spelen is nog een hele stap. Begeleid de peuters daarom in gezamenlijke spelletjes zoals verstoppertje of zakdoekje leggen. Ook wanneer je ziet dat jouw peuter met een leeftijdsgenootje samen speelt doe je er goed aan hen hierop zo specifiek mogelijk te wijzen.

5. Leer de kunst van het delen

Delen van eigen spelletjes is vaak het moeilijkst voor de kleintjes. Begin daarom met speelgoed of voorwerpen die niet van hen zijn en laat je kind deze uitdelen. Dit kan bijvoorbeeld ook met koekjes en dergelijke. Vervolgens kun je proberen het eigen speelgoed uit te laten lenen, maar zorg er wel voor dat je kind het speelgoed ook weer terug krijgt, zodat het merkt dat delen helemaal zo erg nog niet is. Mocht de kleine echt tegenstribbelen iets te delen, laat het dan nog even zitten want dwingen werkt averechts: het kan zich dan later nóg meer gaan verzetten tegen delen.

lees ook : waarom maken ze altijd ruzie?